Autisme en ik

Toen bij mij in 2013 de diagnose autisme werd vastgesteld wist ik eigenlijk nog weinig over wat autisme was en wat de impact is voor iemand met autisme zelf en ook voor de omgeving waarin iemand autisme heeft.

De ervaringen met autisme waren tot op dat moment hoofdzakelijk, in mijn werk als leerkracht, kinderen die in hun eigen wereldje leefden, zich moeilijk konden concentreren, niet tegen verandering konden, driftbuien kregen, eigenwijs waren, met hun handen stonden te wapperen of volledig opgingen in dezelfde handeling. De volwassenen met autisme die ik wel eens gezien had waren soms helemaal gefixeerd op één ding of kenden het hele treinboekje uit hun hoofd.

Ook had ik nog nooit gehoord van de theory of mind, executieve functies, dyspraxie, overprikkeling, onderprikkeling of meltdowns. Wat ik wel regelmatig hoorde en ook merkte was dat ik niet echt sociaal was, me niet kon inleven, niet goed kon plannen en organiseren, de dingen altijd op dezelfde wijze deed, graag alleen was, niet tegen drukte kon, niet flexibel was, plotseling erg boos kon worden en erg vaak last had van geluid en licht.

Na de zoveelste burn-out, het zoveelste gesprek met psychiater, psycholoog en andere hulpverleners werd ik doorverwezen naar een in autisme gespecialiseerde instelling waar, na een aantal onderzoeken en gesprekken, de diagnose gesteld werd.

Mijn gedrag, mijn ‘zijn’ hoefde niet meer toe geschreven te worden aan niet sociaal zijn, een kort lontje hebben, eigenwijs zijn. Nee, in mijn hoofd loopt de verwerking van prikkels anders dan bij de meeste mensen, ik heb autisme.

Maar dat zie je niet aan de buitenkant. Aan de buitenkant zie je niet hoe moeilijk het is om in een gesprek hoofdzaken en bijzaken te scheiden, hoe moeilijk het is om direct te reageren in een gesprek, hoe moeilijk het kan zijn om te ontdekken of iets nu letterlijk of figuurlijk wordt bedoeld. Wat de invloed is van geluid op mijn zintuigen, licht, aanraking, smaak enz. Het is ook moeilijk te begrijpen dat dezelfde handelingen en structuur mij veiligheid en houvast bieden.

Ik heb in de periode voor mijn diagnose zo goed mogelijk geprobeerd mij aan te passen aan de wereld om mij heen, ik keek goed wat anderen deden en imiteerde dat gedrag, ik kon heel goed camoufleren wat er eigenlijk precies bij mij in het hoofd gebeurde en hoe de onzekerheid, faalangst en twijfel aan mijzelf steeds groter werd en regelmatig zorgde voor depressie en somberheid. Ik deed het toch niet goed…

Nu weet ik inmiddels dat het niet is dat ik het niet goed doe, maar dat ik het anders doe. Anders dan de meeste mensen. Nu weet ik dat anders denken en verwerken niet verkeerd is, maar misschien wel kan leiden tot andere inzichten en tot creativiteit.

Paul Speijcken

Zie voor meer blogs van Paul: Autispirit.wordpress.com